Toen hij zich aan zijn toekomstige collega’s in het HCL kwam voorstellen, kreeg Meindert Seffinga meteen een rondleiding aangeboden door de pas verbouwde expositieruimte. Heel aardig hoor, vond Meindert, maar hij bedankte toch vriendelijk. ‘’Mag ik hier nog één keer gewoon bezoeker zijn?”
Hij vermaakte zich ruim een uur lang prima. Met de tentoongestelde stukken en de digitale presentatie: ‘’Ik dacht: deze instelling kán dit dus. Het voelde als een gespreid bedje. Ik ben nu al trots op wat hier staat.”

Instituut
“Ja en nee”, is het genuanceerde antwoord op de vraag of het HCL nou zo anders is dan het Fries Scheepvaartmuseum, waar hij 32 jaar werkte, sinds 2005 als directeur.

“Als HCL ben je deel van het gemeentelijk apparaat, maar je hebt tegelijk een apart gebouw en een eigen opdracht. De presentatieruimte lijkt op een museum. Maar er is ook die archieffunctie. Het is the best of both worlds.”

De overeenkomsten zijn inderdaad groot. Zoals het HCL een instituut is voor de historisch geïnteresseerde Leeuwarder, zo is het Fries Scheepvaartmuseum dat in Sneek. Met beiden toegewijde medewerkers en een heel cordon aan betrokken vrijwilligers. “Zoals de torenwachters van de Oldehove, de historische vereniging Aed Levwerd, ga zo door. Al heb ik die vanwege corona nog maar voor een klein deel kunnen ontmoeten. Maar het past als een jas.”

Het grote verschil zit hem misschien in de archieffunctie die het HCL ook heeft. ‘’Nu ben ik ooit begonnen bij het Ryksargyf (nu Tresoar), dus ook daar heb ik ervaring mee.”

Broers
Het HCL en het Fries Scheepvaartmuseum hebben nog iets gemeen: de twee broers Ten Hoeve. Meinderts voorganger als directeur in Sneek was een goede bekende van hem, de plaatselijke bekendheid Sytse ten Hoeve. Diens tweelingbroer Hendrik was het historisch geweten van Leeuwarden en een bijna legendarisch PvdA-raadslid. Het HCL vernoemde een prijs en een zaal naar hem. “Zo had ik er nog niet naar gekeken”, merkt Meindert op. “Maar het geeft wel aan hoeveel die twee voor het erfgoed in Friesland hebben betekend.”

Meindert woont inmiddels in Leeuwarden. Zijn leven speelde zich tot nu toe grotendeels af in het grensgebied van Greid- en Súdwesthoeke. Hij woonde in Heech, werkte in Sneek en groeide op in Easterlittens. Dat dorp kwam bij de herindeling van Littenseradiel in 2018 bij Leeuwarden, zodat Meindert in zekere zin terug is bij z’n roots. “Ik had nog gehoopt mijn geboorteakte in het HCL te vinden, maar het hele archief van Littenseradiel is bij Súdwest-Fryslân ondergebracht, in Bolsward.”

Anders
Feit blijft wel dat Meindert de eerste HCL-directeur is die aantrad na de grote herindelingen van 2014 en 2018, toen Leeuwarden er tientallen dorpen bij kreeg. Die moeten natuurlijk ook bij het HCL een zichtbare plek krijgen. Daar heeft Meindert al wel wat ideeën over. “Misschien kun je een deel van de collectie zichtbaar maken in dorpskerken of in wijkgebouwen. Ik weet nog niet of het kan hoor, maar het is het onderzoeken waard.”

Meindert kan zonder grote druk aan zijn nieuw baan beginnen. De verbouwing, met uitgebreide expositieruimte, is achter de rug. Als corona een keer achter de rug is, is het HCL klaar voor het Leeuwarder publiek en zeker ook de toerist. Wat niet wil zeggen dat hij gekomen is om alleen op de winkel te passen. “Mijn opvolger in Sneek gaat dingen anders doen dan ik, en ik ga dingen anders doen dan Geart (de Vries). En dat is ook goed. Ik moet bedenken waar we over vijf jaar willen staan.”